Het stekenpatroon gebruikte ik al eerder voor een ander vestje in vrolijke kleurtjes. Maar voor een zwart garen leent het zich ook goed. In de Haakbijbel heet het de Irissteek. Een iets opengewerkt patroon met een soepel resultaat, zoals het daarin beschreven staat. En zo valt het ook.
Irissteek
Het aantal opzetlossen moet deelbaar zijn door 4 + 1
Toer 1: Haak 2 lossen, dat is het eerste stokje. [2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes] in de 5de losse vanaf de haaknaald. Sla 3 lossen over en herhaal dit groepje in de 4de losse, herhaal over de hele opzet. Eindig: sla 1 losse over en haak een stokje in de laatste losse.
Toer 2: 3 losse, [2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes] onder de losse tussen de 2 stokjes van de vorige toer. Herhaal dit tot het einde. Eindig met een stokje in het eerste stokje.
Nodig
6 bollen van 50 gram, supersoft zwart van Zeeman
haaknaald 3,5
Dit vestje haak ik helemaal aan elkaar, voorpanden, kraag en achterpand. Hiervoor heb ik hakend een toer met halve stokjes opgezet, dus niet eerst een lossenlijn gehaakt, maar meteen halve stokjes. Op die manier krijg je een rand die niet te vast of te los is, en je hebt meteen de eerste toer gehaakt.
Meet je opzetsteken vooral af op je eigen lichaam. Door deze manier van opzetten, weet je gelijk hoever je werk zich uitrekt als je verder haakt. In het onderstaande filmpje wordt die methode goed uitgelegd.
Patroon
Omdat ik de voorpanden direct aan het achterpand vasthaak, en ik een sjaalkraag wil maken, haak ik een smalle boord van 3 stokjes aan beide kanten. Hierna haak je verder in de irissteek.
Tel bij het haken van je opzetlijn - direct in halve stokjes of een lossenlijn (+1) - dus 2 x 2 extra steken bij. Mijn vestje telt 193 opzetsteken.
Toer 1 en 2: halve stokjes over de gehele lijn. Dat is meteen mijn 'boordje' aan de onderkant.
Toer 3: 3 lossen als eerste stokje, 2 stokjes, haak hierna de irissteek. Eindig met 3 stokjes.
Mijn vestje telt 47 irissen (2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes) over de totale breedte en aan beide zijden 3 stokjes als boord.
Herhaal toer 3 tot je de gewenste lengte tot aan de armsgaten hebt bereikt. 45 toeren in irissteek.
Verdeel nu je werk in drie door de voorpanden over het achterpand te vouwen. Tel aan beide zijden een gelijk aantal irissen uit en zet daar een markeerder. 12 irissen aan beide kanten. Dat zijn de beide voorpanden. Je haakt nu de afzonderlijke delen verder.
De armsgaten heb ik afgewerkt met 4 stokjes als boordje. Deze haak je op een iris van de vorige toer. Hierna weer de gebruikelijke irissteek. De voorpanden blijven de 3 stokjes aan de buitenkant als boord houden.
Haak 22 toeren voor de armsgaten.
Aan de voorpanden gaan we na 22 toeren verder met de sjaalkraag aan de buitenkant van het voorpand. Haak na de 3 stokjes voor de boord, 4 irissen en eindig met 3 stokjes die je op de 5de iris haakt. Deze kant zet je later vast als kraagje op het achterpand. Haak nog ongeveer 8 cm verder, 8 toeren voor de sjaalkraag.
Het achterpand haak je nog 22 toeren in het patroon met een boordje aan de beide armsgaten van 4 stokjes.
Afwerken
Naai of haak de schouders aan elkaar tot aan de kraag. Let op bij de kraag! De naad van het kraagje komt aan de buitenkant te zitten. Daarna naai of haak je de kraag aan de binnenkant aan het achterpand verder vast.
Werk de losse draadjes netjes weg en klaar is je vestje.
Dit patroon kun je ook gebruiken om een vestje met mouwen te haken. Haak dan niet de 4 stokjes voor de armsgaten, maar haak die in het irispatroon en eindig met 1 stokje.
In deze boekjes vind je meer leuke accessoires van Hey-Leuk om te haken.