Haaktips en weetjes
Op deze pagina ga ik haaktips verzamelen. Handige weetjes die ik tijdens het haken tegenkom of zelf ontdek. Heb jij ook handige haaktips die je graag wilt delen? Zet ze dan onder dit bericht in een reactie.Amigurimu rondhaken
Als je net als ik graag amigurumi knuffels haakt, ontkom je niet aan het in spiraal haken van de hoofdjes, benen en lijfjes. Dan weet je ook dat je min of meer rechte hoeken krijgt als je steeds toer na toer boven dezelfde steek meerdert. Om dit te voorkomen meerder (of minder) je niet alle toeren boven elkaar. Op die manier krijg je niet de 6 of 8 hoekige vorm die je werk anders aan dreigt te nemen.Dit doe je vooral als je 4 of meer vasten voor een meerdering moet haken. De eerste toer haak je [4 v, 2 v in 1] en dat herhaal je 6 of meer keer. De volgende toer waarin je [5 v, 2 v in 1] moet meerderen, haak je eerst 2 v, 2 v in 1. Pas vanaf daar begin je met het haken van wat tussen de haakjes staat. Je herhaalt die dan geen 6 keer, maar 5 keer. Je eindigt met 3 v omdat je die minder hebt gehaakt bij de eerste steken. De volgende toer ga je weer verder met de normale meerdering.
Dit is een kleine aanpassing waarvoor je niet eens het patroon hoeft te veranderen. Met als gevolg dat je kopje of lijf ook echt mooi rond wordt en je geen hoekige kanten krijgt. In de tussentoer haak je steeds de helft van de vasten die je normaal zou haken voor de meerdering. Op deze manier verspringt de meerdering in elke toer. Dit kun je ook toepassen bij het minderen.
Met een dunne draad 'dik' haken
Deze tip kwam ik tegen op internet en wil ik graag hier delen. Je hebt geen dik garen in huis, maar wel een geweldige leuke kleur die je wilt gebruiken om een patroon te haken waarvoor je haaknaald 7 of 8 of nog dikker nodig hebt.
Leg je draad in een S neer van links naar rechts (voor rechtshandigen). Maak met de 3 draden een gewone haaklus – je werkdraad bevindt zich aan de linkerkant – en begin met het opzetten van een lossenlijn. Als de 3 draden bijna op zijn, trek je de werkdraad door de lus die is gevormd en heb je opnieuw 3 draden.
Op deze manier kun je eenvoudig van dun garen een draad maken die 3 keer zo dik is zonder dat je met 3 bollen tegelijk hoeft te werken.
Magische ring
De magische ring kom je heel veel tegen als je amigurumi of rondhaakt. Het lijkt ingewikkeld, maar dat is het helemaal niet. Je kunt hem op diverse manieren maken.
Maak een omslag om je vinger en kruis de draad eroverheen naar achter. Steek je haaknaald erdoorheen en haal de draad op. Haal die door de lus. Haal de lus nu voorzichtig van je vinger zonder de draad aan te trekken. Haak een losse zodat de draad in een lus vast komt te zitten. De lus niet aantrekken. Je kunt nu vasten, halve vasten of stokjes in de magische ring gaan maken. Trek daarna de draad stevig aan zodat de ring zich sluit.
Een andere manier is door een eerste steek op te zetten zoals je dat gewend bent. In plaats van die aan te trekken, laat je hem losser zodat hij een grote lus vormt. Haak dan de tweede losse. Hierna haak je de vasten of stokjes in de ring die je nodig hebt voor het begin van je rondje in de eerste steek. Trek daarna de draad stevig aan zodat de ring zich sluit.
In deze video leg ik het uit. Let niet op het geluid van de parkietjes ;)
Haak 2 lossen. Steek in de eerste losse in de bovenste lus en haal de draad door. Sla de draad om en haal hem door de eerste lus. Er staan nu 2 lussen op je naald. Sla nog een keer om en haal door zodat je weer 1 lus op de naald hebt staan. De eerste vaste is gehaakt.
We gaan nu een nieuwe steek ophalen door de onderkant van de 2 V’tjes van de vorige steek. Niet bovenop, maar onderaan. Let er op dat je insteekt door beide lussen van de V.
Sla om en haal de draad door. 2 lussen op de naald. Sla om en haal door de 1ste lus. Sla om en haal de beide lussen.
De eerste doorhaal is steeds de opzetlosse. De tweede de vaste, het halve stokje of stokje dat je 1ste toer vormt. Op deze manier zet je al hakend de eerste toer op.
Bestaat de 1ste toer uit halve stokjes? Begin dan met 3 lossen en sla om voordat je de naald in de eerste lus steekt. Je haalt op dezelfde manier door, maar hebt nu een lus meer op de naald. Eerst 1 lus doorhalen – dat is de losse voor de opzet – omslaan en door 3 lussen. Let er wel op dat je door de juiste steek gaat om een nieuwe steek te vormen.
Bij stokjes begin je met een opzet van 4 lossen.
Hieronder nog een duidelijk filmpje hoe je dat doet.
Neem een stukje draad in de gewenste kleur. Maak een driedubbele knoop, leg er nog een knoop bovenop. Dat is je oog. Steek de draden aan weerskanten van de vaste waarin het oog moet komen. Aan de binnenkant leg je een dubbele knoop en een knoop erbovenop zodat alles goed vastzit. Klaar.
Maar wat als je de ogen vergeet aan te brengen? Wat mij nogal eens overkomt. Geen nood, ook daar is een veilige oplossing voor. De ogen moeten immers goed vast blijven zitten.
Neem een langere draad. Markeer de beide plaatsen waar de ogen komen te zitten met een kopspeld. Steek de draad aan weerskanten van de vaste en zorg ervoor dat beide uiteinden even lang zijn. Leg nu een dubbele knoop en een knoop erbovenop en rijg de draden kruislings over de ogen naar de andere vaste waar het tweede oog moet komen te zitten. Trek ze niet te strak.
Aan beide kanten van de vaste heb je nu weer een draad. Maak een dubbele knoop en een extra knoop in de draden en steek de draden ook nu kruislings door de vaste naar binnen. De draden steek je zo ver mogelijk door de kop heen zodat ze niet zomaar naar boven komen. Trek ze iets strak en knip ze af. De draad gaat vanzelf weer naar binnen en wordt vast vastgehouden door de vulling.
Heb je zelf ook van die handige tips, laat het dan eens weten in een reactie hieronder.
Meer leuke dingen om te haken vind je in deze boekjes
Maak een omslag om je vinger en kruis de draad eroverheen naar achter. Steek je haaknaald erdoorheen en haal de draad op. Haal die door de lus. Haal de lus nu voorzichtig van je vinger zonder de draad aan te trekken. Haak een losse zodat de draad in een lus vast komt te zitten. De lus niet aantrekken. Je kunt nu vasten, halve vasten of stokjes in de magische ring gaan maken. Trek daarna de draad stevig aan zodat de ring zich sluit.
Een andere manier is door een eerste steek op te zetten zoals je dat gewend bent. In plaats van die aan te trekken, laat je hem losser zodat hij een grote lus vormt. Haak dan de tweede losse. Hierna haak je de vasten of stokjes in de ring die je nodig hebt voor het begin van je rondje in de eerste steek. Trek daarna de draad stevig aan zodat de ring zich sluit.
In deze video leg ik het uit. Let niet op het geluid van de parkietjes ;)
Deze video is gemaakt door HeyLeuk
Van kleur wisselen
Als je overgaat naar een andere kleur wil je die afwisseling het liefst zo mooi mogelijk maken. Dat doe je door de laatste steek voordat je van kleur verandert, niet helemaal af te maken. De laatste doorhaal, bij vasten of stokjes, haak je de nieuwe kleur aan en maakt daarmee de steek af. Hierna kun je verder haken in de nieuwe kleur.Haaknaald dikte
Gebruik voor het haken van amigurumi knuffels altijd een 1 maat kleinere haaknaald dan op het label staat zodat de gaatjes niet te groot worden. Zo wordt de knuffel steviger en komt de vulling niet gemakkelijk naar buiten.
Als je een dikker garen en een grotere haaknaald gebruikt, wordt de knuffel automatisch groter zonder dat je het patroon hoeft aan te passen.
Hakend een opzettoer
Op deze manier maak je een lossenopzet zonder dat deze te strak wordt. Hij blijft soepel. Je kunt in een keer de opzetlijn en de eerste toer haken met vasten, halve stokjes of stokjes.Haak 2 lossen. Steek in de eerste losse in de bovenste lus en haal de draad door. Sla de draad om en haal hem door de eerste lus. Er staan nu 2 lussen op je naald. Sla nog een keer om en haal door zodat je weer 1 lus op de naald hebt staan. De eerste vaste is gehaakt.
We gaan nu een nieuwe steek ophalen door de onderkant van de 2 V’tjes van de vorige steek. Niet bovenop, maar onderaan. Let er op dat je insteekt door beide lussen van de V.
Sla om en haal de draad door. 2 lussen op de naald. Sla om en haal door de 1ste lus. Sla om en haal de beide lussen.
De eerste doorhaal is steeds de opzetlosse. De tweede de vaste, het halve stokje of stokje dat je 1ste toer vormt. Op deze manier zet je al hakend de eerste toer op.
Bestaat de 1ste toer uit halve stokjes? Begin dan met 3 lossen en sla om voordat je de naald in de eerste lus steekt. Je haalt op dezelfde manier door, maar hebt nu een lus meer op de naald. Eerst 1 lus doorhalen – dat is de losse voor de opzet – omslaan en door 3 lussen. Let er wel op dat je door de juiste steek gaat om een nieuwe steek te vormen.
Bij stokjes begin je met een opzet van 4 lossen.
Hieronder nog een duidelijk filmpje hoe je dat doet.
Deze video is gemaakt door Handwerkles
Oogjes voor een knuffel
Als je amigurumi knuffels haakt, ontkom je er bijna niet aan. De meeste knuffels hebben ogen. Je kunt veiligheidsoogjes gebruiken, maar ze ook zelf maken. Dat doe ik. Meestal bevestig ik ze op de kop voordat ik het hoofd verder afwerk en sluit.Neem een stukje draad in de gewenste kleur. Maak een driedubbele knoop, leg er nog een knoop bovenop. Dat is je oog. Steek de draden aan weerskanten van de vaste waarin het oog moet komen. Aan de binnenkant leg je een dubbele knoop en een knoop erbovenop zodat alles goed vastzit. Klaar.
Maar wat als je de ogen vergeet aan te brengen? Wat mij nogal eens overkomt. Geen nood, ook daar is een veilige oplossing voor. De ogen moeten immers goed vast blijven zitten.
Neem een langere draad. Markeer de beide plaatsen waar de ogen komen te zitten met een kopspeld. Steek de draad aan weerskanten van de vaste en zorg ervoor dat beide uiteinden even lang zijn. Leg nu een dubbele knoop en een knoop erbovenop en rijg de draden kruislings over de ogen naar de andere vaste waar het tweede oog moet komen te zitten. Trek ze niet te strak.
Aan beide kanten van de vaste heb je nu weer een draad. Maak een dubbele knoop en een extra knoop in de draden en steek de draden ook nu kruislings door de vaste naar binnen. De draden steek je zo ver mogelijk door de kop heen zodat ze niet zomaar naar boven komen. Trek ze iets strak en knip ze af. De draad gaat vanzelf weer naar binnen en wordt vast vastgehouden door de vulling.
Meer leuke dingen om te haken vind je in deze boekjes