Een trui met een breiring breien

Hoe brei je een trui met een breiring of breiraam?

Er zijn tal van patronen te vinden om mutsen, sjaals of babykleerjes te breien op een breiring, maar een trui voor een volwassenen kom je niet vaak tegen. Dat komt waarschijnlijk omdat je veel meer steken nodig hebt. Zo simpel is het. Nu heb ik wel een patroon gevonden om vanuit de mouw op een ronde breiring te beginnen en dan helemaal door te gaan tot aan de andere mouw. Daar zijn dan wel wat foefjes en heen en weer breien over een aantal steken voor nodig om zover te komen, maar het kan.
Wil je een trui rechttoe rechtaan breien dan is het zoeken naar een patroon. Of toch niet…

Je eigen patroon maken

Ik ben aan de slag gegaan met breigaren voor naald nr 4. Hiermee heb ik eerst met een proeflapje diverse steken uitgeprobeerd om te kijken hoe het zich verhoudt tot de breiring. Alles met 1 draad! Overigens heb ik een langwerpig breiraam gebruikt omdat die pinnentjes iets dunner zijn en wat dichter bij elkaar staan dan op een breiring. Een breiraam is meer geschikt voor wat dunner garen omdat de lusjes ook iets fijner worden.

Een normale rechte steek zoals je die maakt op een breiring wordt met dit garen heel fijn, maar het ziet er mooi uit als je het lapje aan alle kanten goed hebt opgerekt. Maak dus een PROEFLAPJE. Je leest het altijd bij patronen en heel vaak heb ik bij het gebruik van normale breinaalden gedacht: het zal wel, ik begin gewoon. Met een breiring of breiraam is het echt nodig om een proeflapje te maken zodat je weet hoeveel pinnen je moet opzetten om een bepaalde breedte te krijgen.

Eigenlijk had ik verwacht voor de trui heel veel meer wol nodig te hebben dan voor een op breinaalden gemaakte trui, omdat je toch een soort van dubbel breidt, maar dat viel heel erg mee. In totaal heb ik 4 bollen van 100 gram gebruikt wat zo ongeveer overeenkomt met hetgeen erop de bol staat.

Boordsteek

De boorden heb ik met 2 steken averecht en 3 steken recht (officiële e-steek) gebreid op het breiraam. Dat geeft een mooie boord die rekbaar is. Gewoon met 1 draad en niet dubbel zoals je misschien zou verwachten. Zet je pinnen niet te strak op, maar ook niet te los anders krijg je lelijke grote lussen aan de onderkant. Deze boordsteek is behoorlijk rekbaar, dus het is vooral belangrijk dat je een proeflapje maakt met de steek die je hierna gaat gebruiken. Dat is in mijn geval de halve steek.

Halve steek

De rest van de trui heb ik in zijn geheel gebreid met de halve steek. Een goede uitleg en ook een filmpje over deze steek vind je hier.

Om de steken handiger om je pinnen te kunnen wikkelen, gebruik ik een open pen waar de draad doorheen loopt.

De begin- en eindsteek heb ik iets anders gedaan zodat je geen flubberige zijkant krijgt maar een mooie strakke rand die vooral aan beide kanten een zelfde resultaat heeft, wat wel zo handig is bij het aan elkaar naaien van je mouwen en panden.
Met de halve steek krijg je een mooie dikke tricotsteek, en toch weer anders dan wanneer je met een dubbele draad zou breien.

Je gebruikt een enkele draad en maakt eerst over alle pinnen een omwinding zoals met de e-steek. Je breit ze niet, maar gaat nog een keer terug over alle pinnen zodat je 2 nieuwe lussen krijgt boven de bestaande lus. Je haalt de bestaande lus nu over de 2 nieuwe en breidt zo de hele toer.
De volgende toer heb je nu 2 beginlussen op je pinnen staan. Die haal je na het heen en terug omwinden van je pinnen, samen over de 2 nieuwe lussen.
Omdat je steeds een dubbele steek maakt, breidt deze steek heel fijn en snel met toch een fraai dicht resultaat zonder dat je meteen een superdikke trui krijgt of heel dik garen nodig hebt om hem te breien.

Begin- en eindsteek

Maak een omslag om de eerste steek en brei deze gelijk. Onderste lus over de bovenste. (u-steek). Je hebt bij de begin- en eindsteek steeds maar 1 lus op je pin staan. Ga daarna in e-steek verder over de andere pinnen. Op de laatste pin maak je 1 omwinding. Deze steek brei je meteen. Haal de onderste lus over de bovenste. De rest van de steken brei je nog niet.

Alleen de eerste en laatste steek zijn gebreid en hebben 1 lus op de pin, de rest heeft in totaal 3 lussen op de pin staan. Omwind nu de laatste pin en ook de andere pinnen weer tot aan het begin. Ook de eerste steek omwinden. Haal nu alle lussen op je pinnen over. Bij de eerste en laatste steek opnieuw maar 1 lus zodat er 1 lus blijft staan. Op deze manier krijg je mooie strakke rand die niet flubberig is en ook niet trekt.

Patroon en benodigdheden

Deze trui heb ik op het donkerrode breiraam met 62 pinnen gebreid. Dat is het grootste uit het pakket dat je bv bij Action of Zeeman kunt krijgen. Breigaren nr 4, 4 bollen van 100 gram looplengte 285 meter.
De maat is ongeveer maat 40. Wil je een grotere maat dan kun je dikker garen gebruiken. Of gebruik een breiraam met meer dan 62 pinnen. Die zijn er ook: een zogenaamd dekenbreiraam.

Mouwen

Opzet boordsteek met 1 draad 26 pinnen.
Brei in boorsteek 2 averecht en 3 recht, 22 toeren. ± 10 cm lang.
Ga verder in de halve steek en meerder in elke 4de toer 2 pinnen aan de zijkant tot je een totaal van 42 pinnen hebt. Mijn mouwen hebben een lengte van 53 cm en zijn 35 cm breed.

Voorpand

Opzet boordsteek met 1 draad 62 pinnen.
Brei in boordsteek 2 averecht en 3 recht de gewenste lengte van de boord.
Ga daarna verder in de halve steek over hetzelfde aantal pinnen tot 85 toeren (zonder de boorden).
Totale lengte 58 cm, 49 cm breed.

Voor de hals

Brei 85 toeren in halve steek.
Brei 24 pinnen. Nr 24 is je laatste in deze toer, keer om. Herhaal deze toer nog een keer.
Brei 24 pinnen, maar kant de laatste steek (bij de halsopening) bij het terugkeren af. Brei de overige 23 pinnen nog een keer.
Minder om de 2 toeren telkens 1 steek afkanten totdat je er nog 21 over hebt. Kant deze steken voor de schouder af.
Brei nu de andere kant hetzelfde. Zet de overgebleven 14 steken van de hals op een stekennaald, niet afkanten.

Achterpand

Hetzelfde als het voorpand, maar ga nu door tot 90 toeren in halve steek (zonder de boorden). Verdeel ook nu weer je werk in drie stukken. Voor de schouders 22 steken, brei 2 toeren, sla de laatste steek over, brei nog een toer. Kant de resterende 21 steken van de schouder af.
Zo ook aan de andere zijde. Zet de overgebleven 18 steken voor de hals op een stekennaald.

Halsboord

Van de steken voor de hals die op een stekennaald staan, maken we het halsboord als de schouders aan elkaar zijn gezet. Zet wel eerst het voor- en achterpand aan elkaar. Neem ook steken op van de toeren die je eerst afgekant hebt zodat hij mooi rond loopt.
Brei nu in boordsteek een kort boordje, of een boord die je dubbel omslaat en vastnaait aan de binnenkant of een grote col, net wat je zelf mooi vindt.

Ik heb er een soort sjaalkraag van gemaakt zoals je kunt zien op de eerste foto. Als je dat ook wilt doen, draai dan je trui binnenstebuiten op je pinnen zodat de tricotsteek aan de omslagzijde van de kraag komt. (steken van de pinnen halen en met de binnenkant van de trui buiten weer op de steken zetten.)

Brei eerst een paar toeren rond zodat de hals mooi aan elkaar sluit en splits daarna bij een schouderzijde zodat je heen en weer gaat breien. Ook hier brei ik de eerste TWEE begin- en eindsteken als averechtse steek zodat de rand niet gaat krullen. De laatste 2 toeren heb ik op breinaalden nr 5 geheel averechts gebreid met een dubbele draad en ook averechts afgekant. Om te voorkomen dat de rand gaat krullen.

Mijn trui had wat langer gemogen, maar hij past in elk geval heel goed. En bij de boord aan de voor- en achterpanden begin ik volgende keer met minder steken en meerder na de boord zodat hij wat minder breed wordt. Maar al met al heel tevreden over dit eerste grote project op de breiring/breiraam.


Succes met het zelf breien op een breiraam of breiring en vooral veel plezier!